Parkings worden steeds meer voorzien van laadvoorzieningen voor elektrische voertuigen. Hieronder vind je de voornaamste vereisten waaraan deze laadinfrastructuur dient te voldoen.
Welke vereisten gelden voor parkings met elektrische voertuigen?
Er is momenteel nog geen concrete wetgeving van toepassing. Bij het voorzien van laadvoorzieningen voor elektrische voertuigen – zowel in nieuwe als in bestaande parkings - geven we volgende aanbevelingen mee:
- (1). De installatie van de laadvoorziening dient uitgevoerd te worden conform het AREI (met extra aandacht voor Boek 1 hoofdstuk 7.22 van het AREI) en conform IEC 61851-1:
- Bij indienststelling dient deze gekeurd te worden door een erkend organisme.
- Periodieke centrole dient 5-jaarlijks te gebeuren door een erkend organisme.
- Voor installatie dient de bestaande elektrische installatie gecontroleerd te worden voor de bijkomende belasting.
- (2). Een centrale noodknop dient voorzien te worden zodat alle laadvoorzieningen gelijktijdig uitgeschakeld kunnen worden.
- (3). Wanneer de parking voorzien is van een brandmeldinstallatie, dienen de laadvoorzieningen automatisch uitgeschakeld te worden bij brandalarm.
- (4). In overdekte parkings mogen geen snellaadpalen 'modus 4' (opladen via gelijkstroom) worden voorzien.
- (5). Nood- en interventieplannen nabij de noodstop en nabij iedere toegang voor de brandweer voorzien te worden.
In het algemeen dient bij het voorzien van laadvoorzieningen voor elektrische voertuigen – zowel in nieuwe als in bestaande parkings - de Regel van Goed Vakmanschap voor Elektrische Voertuigen (Fireforum) toegepast te worden. Deze RGV is gratis te downloaden.
Wat als ik slechts één laadpaal voorzie?
We adviseren om er rekening mee te houden dat op termijn allicht het merendeel van de parkeerplaatsen zal (moeten) worden uitgerust met laadpalen. Het is dus aanbevolen om de nodige (veiligheid)infrastructuur te voorzien voor deze grootteorde (vanuit VME of syndicus) en niet geval per geval te bekijken of over te laten aan particuliere bewoners.
Welke vereisten gelden voor de centrale noodstop?
- De centrale noodstop, voor het gelijktijdig uitschakelen van alle laadvoorzieningen, dient voorzien ter hoogte van de helling/inrit of in de controle- en bedieningspost.
- De noodstop schakelt de voeding van de laadvoorzieningen uit vanaf de zekeringskast. Deze noodstop–voorziening dient tevens geactiveerd te worden bij detectie van brand (en CO/NO2 gasdetectie indien aanwezig).
- De centrale noodstop dient duidelijk gesignaleerd zijn en is makkelijk bereikbaar.
Welke vereisten gelden voor de automatische branddetectie?
- De automatische branddetectie- en alarminstallatie dient voorzien in de gehele parking met inbegrip van de in het compartiment aanwezige lokalen.
- De branddetectie installatie dient ontworpen en uitgevoerd te worden conform de norm NBN S21-100-1. Voor bestaande branddetectie systemen die dateren van vóór de toepassing van NBN S21-100-1 mag de NBN S21-100 van toepassing blijven.
Welke vereisten gelden voor de nood- en interventieplannen?
- De nood- en interventieplannen dienen beschikbaar te zijn nabij de noodstop en nabij elke toegang tot de parkeergarage bestemd voor de tussenkomst van de brandweer.
- Inplantingsplan, grondplannen, doorsneden en een evacuatieplan dient aanwezig te zijn.
Waar kan ik meer informatie terugvinden?
Bij het voorzien van laadvoorzieningen voor elektrische voertuigen – zowel in nieuwe als in bestaande parkings - dient de Regel van Goed Vakmanschap voor Elektrische Voertuigen (Fireforum) toegepast te worden. Deze RGV is gratis te downloaden.
Hoe wordt de risicoanalyse uit de RGV opgemaakt?
De RGV vertrekt vanuit een brandrisicoanalyse. Voor advies over een installatie van laadpalen en voor de opmaak van dergelijke risicoanalyse kan u terecht bij een gespecialiseerde onderneming of een andere expert (bijvoorbeeld een studiebureau) die over de nodige kwalificaties en competenties beschikt. De brandweer voert zelf geen studies of risicoanalyses uit en zal deze ook niet valideren. De RGV beschrijft de chronologische volgorde en de verschillende stappen om te komen tot een brandveilige parking waarin elektrische voertuigen geparkeerd worden.
Voor gesloten parkings betekent dit, minimaal te voorzien o.a.:
- brandrisicoanalyse;
- conformiteit AREI, IEC 61851-1;
- beveiligde AC laders (bij voorkeur laadmodi 3);
- centrale noodstop;
- automatische branddetectie- en alarminstallatie;
- afspraken tussen beheerder/uitbater en takelbedrijf voor het verwijderen van een elektrisch voertuig;
OPGELET: standaard is een autolift niet geschikt voor het evacueren van een e-voertuig dat gebrand heeft en waarbij er risico is op heropflakkering van de brand.
Uit de risicoanalyse volgen bijkomende gepaste maatregelen op basis van grootte, indeling en invulling van de parking. Er kan gedacht worden aan o.a. een CO- en NO2-detectiesysteem, sprinklers, ventilatiestudie, ... .
(C) Foto: Pexels (Mike Bird, R. Nanthapreecha)
Powered by Froala Editor
